zaterdag 6 december 2008

Berlin

Soms maak je dingen mee die je niet hebt gepland, niet verwacht, maar die je plots overkomen. Momenten die je je leven lang niet meer vergeet. New York zit vol met dat soort momenten. Ik heb vanavond de winkeldeur geopend en een glimp opgevangen van de onverwachte parels die glimmen in de donkere straten en slecht verlichte panden van Tribeca, Lower West Side Manhattan.
In de uitagenda van New York, een magazine met de naam Time Out, stond een klein berichtje dat de film ´Berlin´ zou worden vertoond in een theater waar ik nog nooit van had gehoord. Al zegt dat natuurlijk niets. Om 20.00 uur, toegang 12 dollar. Vanavond, vrijdagavond, is een avond dat ik mezelf moet zien te vermaken.
Na mijn snel in elkaar gedraaide pasta met komkommer dump ik de pan en het bord in de afwasmachine. Mag wel eens aangezet worden door iemand, dat ding. Het is half acht geweest als ik mijn voordeur achter me hoor sluiten en rechts van mij de verlichte top van het Empire State Building boven alles zie uittorenen.
Met straffe pas spoed ik mij naar de Subway. Ik stap uit bij halte Canal Street en loop op mijn gevoel de goede kant op. Om mij heen drukke vierbaanswegen die auto´s richting de Holland Tunnel naar Jersey City leiden. Waar ben ik in godsnaam terecht gekomen?
Nog steeds op mijn gevoel steek ik wat straten en avenues over en opeens sta ik er: 92YTRIBECA. Een hip verlicht theater in een verder verlaten straat. Binnen staat een vreemde mix van oude(re) mannen en hippe mensen met rare brillen en snorren. Snorren ja, let maar op: over drie jaar loopt elke zelfbewuste man ermee in Nederland!
Op de deur hangt een geprint A4-tje: BERLIN - LOU REED. SOLD OUT.

Shit.

Ik sta op het punt me om te draaien en als een mol mijn weg terug te vinden naar huis. Maar zo makkelijk laat ik mijn avondje uit niet van mij afnemen. Ik vraag aan de baliemeneer of er een reservelijst is. Die is er. Ik schrijf mijn naam achter nummer 9. Kansloos.
Wonderlijk, maar op het moment dat ik denk 'kansloos', komt een hippe jongen met hippe sjaal naar de baliemeneer. Hij wappert met twee kaartjes. Heeft 'ie over. Ik meld mij en hij geeft mij een kaartje. Ik trek mijn portemonnee en tel mijn twaalf dollars. Verward kijkt hij me aan. Die kaartjes heeft hij ook maar gratis gekregen dus geld hoeft 'ie er niet voor. Warempel! Ik koop een He'brew Ale (een pilsje, in Beschaafd Brabants) en loop het piepkleine zaaltje in.

Is dit alles?

Lou Reed, de man van 'Sunday morning, praise the dawning'! Die kan geen grotere zalen volkrijgen dan dit bezemhok?
Ik neem plaats naast een jongen met rond zijn neus een wazige blik en een fikse Buddy Hollybril. Leuk hoor, hoe die matcht bij zijn zwartwit gestreepte sweater en skinny jeans. Dan valt het geroezemoes stil en komt ie binnen: opa Lou. Een voddig t-shirtje valt soepel over zijn buikje. Met onvaste tred loopt hij naar zijn stoel. Lou Reed, op vijf meter afstand. In een klein zaaltje in een onbeduidende uithoek van Manhattan! En ik zit erbij, gratis zelfs! Een uur geleden sneed ik nog de pitjes uit de komkommer.


Klik voor betere weergave op de foto.

De film is een registratie van een concert in 2006 in Brooklyn waar Reed voor het eerst sinds 33 jaar zijn album Berlin integraal speelde. Deze registratie is gelardeerd met toepasselijke beelden van een vrouw die Caroline moet voorstellen. Deze Caroline is de vrouw waar Lou veel over zingt. Ze is een verliefde junkie in... Berlijn. Een indrukwekkende combinatie, die beelden en de muziek. Dit album 'Berlin' kende ik tot vandaag niet, laat staan deze film of het concert. En nu zit ik ontzettend te genieten.
Het gebeurt me niet vaak bij muziek, maar bij het nummer 'Candy Says', een nummer over een travestiet en een duet met Antony Hegarty, staan de tranen in mijn ogen. Wat ongelofelijk prachtig. Kijk en luister zelf naar het fragment uit de film!

Na de film volgt een wat obligaat vraag/antwoord gedeelte, koop ik een cd en laat die signeren. Een foto met mij en Lou vergeet ik helemaal.

De avond is klaar. Ik loop weg, het gebouw uit. Lopend door SoHo zie ik dat het er bruist, maar ik geloof het eigenlijk wel.


Lou Reed, rockicoon.