Vergaderen tussen rollende bedden en maagdelijk witte gangen; het gebeurt in New York. Gisteravond was de laatste zogenaamde ´full board meeting´. Omdat er geen budget is voor het huren van zalen, werd deze bijeenkomst gehouden in een auditorium in het Roosevelt ziekenhuis. Het is het maandelijkse moment dat alle 50 boardmembers samenkomen en de lopende zaken doorspreken en stemmen over hun standpunten over bouwprojecten en vergunningaanvragen.
Ja, ik dacht eerst ook: dat is vast heel saai. Ik had me een soort raadsvergadering voorgesteld, waar partijen vooral bezig zijn met zichzelf te profileren. En het daarmee meer een poppenkast maakt dan een vergadering over de stad. Zo'n vergadering waarbij iedere politieke fractie uitvoerig haar mening ventileert over onderwerpen die vaak veel sneller kunnen worden behandeld. Hier gaat het anders. Heel anders.
Ten eerste zijn er geen politieke partijen. De boardmembers worden aangewezen door de City Council, voorbereid door een afdeling die onder de Mayor valt. Ze kijken naar je verdiensten in de gemeenschap. Dus een vrouw die zich jarenlang inzet voor veiliger oversteekplekken voor ouderen (om maar wat te noemen) komt eerder in aanmerking voor benoeming dan iemand van 25 jaar die nog niet veel voor de 'community' heeft gedaan. Waarbij me opvalt dat het begrip 'community' hier totaal niet de spruitjeslucht over zich heeft die we in Nederland associëren met woorden als 'wijkbureau', 'gemeenschap' en 'buurtcomité'. Het zijn hier woorden die echt leven en waar veel meer mensen zich mee identificeren. Misschien ook niet verwonderlijk, in deze grote stad in dit enorme land, dat je je het best voelt bij een club in je eigen omgeving?
Ook de City Council, de gemeenteraad die de vijf Boroughs overstijgt, wordt samengesteld op basis van geografische afkomst. De hele stad is ingedeeld in districten. Elk district kiest om de vier jaar een afgevaardigde die in de City Council plaatsneemt. Daarnaast wordt ook de burgemeester gekozen. Het voordeel van deze manier van kiezen is dat de politici zich vaak sterk verbonden voelen met een gebied en de issues die daar spelen. Raadsleden kunnen bijvoorbeeld lobbyen voor meer budget voor bijvoorbeeld veilige oversteekplekken. Of voor meer goedkope huisvesting in buurten waar lagere inkomensgroepen worden weggedrukt door marktontwikkelingen.
Het is door dit districtenstelsel dat politici niet te beroerd zijn om zich ook druk te maken over de kleine dingen. Neem
hondenpoep: ergernis nummer 1, al jaren, maar geen politicus in Nederland zal het wagen hier een speerpunt van te maken.
Ten tweede wonen de boardmembers zelf in de wijk waarover ze moeten adviseren. Als het goed is spreken ze met actiecomités, buurtverenigingen, ondernemersverenigingen, individuen en andere clubs die de buurt maken tot wat 'ie is. Ze spreken dus nooit vanuit een ideologie over praktische problemen. Behalve misschien als het gaat over de rol van de overheid en de vrijheden die de markt krijgt bij het ontwikkelen van grote gebouwen.
Gisteravond tijdens de full board meeting zat de ziekenhuiszaal bomvol met mensen. Ik was echt verbaasd. Overal zaten mensen op de grond, vaak met een bruine kartonnen zak met daarin het avondeten. De boardmembers zitten her en der tussen het publiek, maar grotendeels aan een tafel voorin de zaal. Zou dit ongeveer zijn hoe de Griekse agora er uitzag? Her en der politici met daarom heen het volk dat toekijkt? Het informele ervan sprak me wel aan.
Ze vergaderen aan de hand van
Robert's Rules of Order, een set procedureafspraken die in New York bij alle publieke vergaderingen wordt gebruikt. Dit zorgt ervoor dat vergaderingen zeer efficiënt zijn. Iedereen is gebonden aan een beperkte spreektijd, de insprekers maar ook de boardmembers. Opvallend is dat men hier het principe 'agree to disagree' aanhoudt. Dus wanneer Member Jones merkt dat hij een minderheidsstandpunt inneemt, dan zal hij niet net zo lang op dat punt terug blijven komen totdat hij een heel klein beetje gelijk heeft gekregen, maar snel accepteren dat het geen zin heeft. Die beroemde Amerikaanse winnaarsmentaliteit is in vergaderingen grappig genoeg niet terug te zien.
Van hondenpoep tot MegaplexWaar vergadert die Community Board dan over? Eigenlijk over van alles. Gister hebben ze het gehad over een aanvraag voor een evenementenvergunning voor een straatfeest (een streetfair). De aanvraag is voor 4 juli 2009, de nationale feestdag wanneer de stad al vol is met feesten. Een boardmember meldt dat de aangevraagde locatie te druk is om een extra evenement te houden. De boel wordt dan onbereikbaar. De board besluit (na erover te hebben gestemd) dat ze een adviesbrief stuurt aan de stedelijke organisatie die evenementenvergunningen geeft, waarin wordt aangeven dat de Board tegen het verlenen van de vergunning is, mits er aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Dit advies van de Community Board is zeer belangrijk en wordt in de meeste gevallen serieus genomen.
Ook is er gesproken over een gigantisch nieuwbouwplan van de ontwikkelaar Two Trees, aan
Clinton Park. Ik vind het mooi dat er al twee jaar lang gesprekken plaatsvinden tussen deze ontwikkelaar en leden van de Community Board. De leden spreken zich uit over de inhoud en het ontwerp van het plan. Zo kunnen zij bijvoorbeeld aangeven dat er meer goedkopere woningen in het complex moeten. Of dat ze de sterke voorkeur hebben voor een supermarkt, omdat die er nog weinig zijn in de buurt. Je zou denken dat die ontwikkelaar zich niets aantrekt van een paar burgers die wat wensjes hebben. Niets is minder waar.
Als de ontwikkelaar zich namelijk arrogant zou opstellen en alsnog het voor hun meest rendabele plan zou voorleggen aan de City Council (die uiteindelijk beslist over rezoning, een soort aanpassing in het bestemmingsplan), dan schrijft de Community Board een pittige adviesbrief waarin de City Council sterk wordt ontraden om met het plan in te stemmen. In veel gevallen wordt het advies van de Community Boards één op één overgenomen. De ontwikkelaar neemt de Community Boards dus zeer serieus, zeker als ze nog meer projecten in het district hebben lopen. Zo hebben de omwonenden een redelijk grote invloed op wat er in hun omgeving gebeurt.
Democratie?Maar deze board members zijn zoals ik al schreef niet democratisch gekozen. In hoeverre representeren zij dan daadwerkelijk de bevolking? Dat blijft de vraag. Het is in elk geval zo dat bij de aanwijzing van nieuwe leden wordt gekeken naar de samenstelling van de bevolking in een district en die in de vertegenwoordigende board. Wonen er relatief veel Italiaanse immigranten, homo's, vrouwen, gezinnen of juist alleenstaanden? Dan moet je dat ongeveer kunnen terugzien in de Board.
Daar bovenop: de New Yorkers kiezen al hun City Council vertegenwoordiger, hun staatrepresentative, de burgemeester, hun politiechef, de controller. Dat de Community Board dan niet gekozen is, lijkt mij niet zo'n probleem.
Tot zover dit misschien wat theoretische verhaal. Bent u er nog, beste lezer? De volgende keer ga ik proberen wat meer praktische voorbeelden te geven.
Everyday lifeEn ondertussen heeft mijn leven in deze wereldstad normale vormen aangenomen. Ik sta op, werk wat dingen uit tijdens het ontbijt, ik ga rond een uur of tien, elf naar kantoor, spreek met mensen, lunch buiten de deur in de bijzondere buurten rond Times Square, blijf geïntrigeerd staren naar het fantastische uitzicht en ga rond zes uur meestal naar een avondbijeenkomst die duurt tot tien of elf uur. Tussendoor probeer ik gezond te eten, maar vaak eindig ik in een Diner waar ik een wrap, hamburger, pizza of iets anders ongezonds naar binnen schuif.
Maar ik rook niet!